Zo is het nogal een mindfuck als ze opeens met U aangesproken wordt door de jeugd, er zwarte haren uit haar kin groeien of ze met een stram lijf uit bed stapt.
Met humor en zelfspot schrijft Vaessen over haar leven waar puberhormonen én overgangshormonen af en toe een heel interessante cocktail vormen. Dan heeft ze schurft in huis, overgewaaid van dochters studentenleven en een dan belandt ze geheel per ongeluk in een parenclub in Antwerpen.
’Pleister op mijn kont’ - op de cover staat ze met haar eigen billen waarop een hormoonpleister prijkt - is te koop in de boekhandel of via haar website. Volg Carine op Instagram en mis geen update van haar wekelijkse blog.
Uit ‘Pleister op mijn kont’
Kom maar op met je stinkzweet.
Het is best raar als je lijf er opeens een eigen agenda op nahoudt. Je bent toch een beetje gewend aan een lichaam dat doet wat jij wilt. Tot op zekere hoogte dan. Ik kan wel willen dat ik lenig als een slang yoga-oefeningen doe, maar omdat ik niet genoeg train zal dat niet gebeuren. Sinds kort gedraagt mijn lijf zich regelmatig als een eigenwijze kleuter. Te pas en te onpas gaat het zijn eigen gang en zweet het zich een ongeluk. Ik moet zeggen: vrij irritant.
Nu heb ik ervaring met een aandoening die zichtbaar én ongewenst is. Ik heb vanaf mijn studententijd tijd tot mijn dertigste, met tussenpozen, vreselijk last gehad van blozen. Blozen is mega irritant als je het niet onder controle hebt. De angst om te gaan blozen maakt de zaak alleen maar erger. De gedachte dat ik zou kunnen blozen, zorgde al voor een bloosaanval. Ik bloosde de hele dag door, om gek van te worden.
Zo zat ik een keer op de redactie van het L1 nieuws, waar ik als verslaggever werkte, te praten met een collega-verslaggever. Ik dacht dat hij dacht dat ik naar zijn kruis keek. Ik voelde me al een beetje rood worden. Ik keek trouwens ook even heel even naar zijn kruis want zijn gulp stond halfopen. Hij keek me aan, we waren gewoon in gesprek, en ik voelde dat ik steeds heviger ging blozen.
Vervolgens dacht ik ‘zometeen denkt die kerel ook nog dat ik hem leuk vind ofzo. Dat ik daarom bloos! Bij die gedachte bloosde ik nog heviger. In plaats van zeggen ‘je gulp staat open en dat durfde ik niet te zeggen daarom bloos ik nu’, zweeg ik. Mijn blozen ging door tot standje bordeauxrood.
Dat dus. Jarenlang heb ik last van bloosangst gehad. Waarom ik zo bloosde snapte ik zelf al helemaal niet. Ik had één uitweg: een fikse hoestbui simuleren. Hevig hoestend liep ik van de bloossituatie weg om een slokje water te drinken en tot bedaren te komen.
Het gekke is dat ik bloosde terwijl er absoluut geen reden toe was. Ik bevond me niet in een schaamtevolle, spannende of emotionele situatie. Gelukkig is het vanzelf overgegaan. Heel af en toe gebeurt het nog wel eens.
Op het gebied van ongewenste zichtbare aandoeningen ben ik dus een ervaringsdeskundige. En nu heb ik er weer eentje. Deze komt overdag en s ’nachts voorbij.
De nachten zijn het ergst. Als eerste voel ik een prikkend gevoel in mijn nek. Dit breidt zich uit naar mijn gezicht, hals, mijn oren en gaat next level helemaal los op mijn borstkast. Een prikkende klamme hete waas.
Mijn borstkas is kletsnat. Ik duw het dekbed van me af en krijg het onmiddellijk ijskoud. Rillend gaat het dekbed weer over me heen. Bloedhitte overal. Heel langzaam verdwijnen de prikkels en de hitte en keert de rust terug. Deze exercitie herhaalt zich, zover ik het me kan herinneren, een keer of vijf per nacht. Vaak ben ik om 05.00 s ‘ochtends klaarwakker. Mijn borstkast drijfnat en bepaald niet naar roosjes ruikend.
Hoe dit verhaal afloopt lees je in ‘Pleister op mijn kont’, en onthoud. Waar je borsten ook uithangen, er is hoop.
Carine Vaessen
www.carinevaessen.nl
Instagram: @carinevaessen70