Minder oestrogeen
Tijdens de overgang stoppen de eierstokken met het maken van oestrogeen. Oestrogeen is erg belangrijk voor allerlei processen in je lichaam. Daarom zoekt je lichaam nieuwe manieren om oestrogeen te maken en op te slaan. Het lichaam kan onder andere oestrogenen aanmaken en opslaan in buikvet. Om het tekort op te vangen maakt het lichaam dus meer van dit buikvet aan. Dit is de reden dat tijdens de overgang je vaak een zwembandje krijgt.
Minder testosteron
De gewichtstoename wordt mede veroorzaakt door de afname van productie van testosteron. Normaal wordt dit mannelijke geslachtshormoon in kleine hoeveelheden in de eierstokken aangemaakt. Het lage testosterongehalte zorgt voor verlies van spiermassa en toename van de vetmassa. Minder spieren betekent minder behoefte aan energie en dus minder behoefte aan calorieën. Wanneer je je eetgewoontes niet aanpast aan de veranderende behoefte van je lichaam, worden de overtollige calorieën opgeslagen als vet.
Veranderde schildklierwerking
Tijdens de overgang kun je ook te maken krijgen met een vertraagde schildklierwerking. De schildklier produceert hormonen die de stofwisseling reguleren, voor een goede omzetting is progesteron nodig. Wanneer de productie van dit hormoon daalt, beinvloedt dit de stofwisseling en kun je aankomen. Meer lezen over schildklierklachten?
Wat kun je er aan doen?
Het kan dus geen kwaad goed op je voeding te letten tijdens de overgang. Zo kun je de kans op gewichtstoename beperken. Hier een aantal voedingstips:
- Eet gezond en gevarieerd
- Eet voeding die zo min mogelijk bewerkt is
- Gebruik weinig vet en suiker
- Eet volop groente en fruit
- Schrap frisdranken en gezoete vruchtensappen
- Liever geen alcohol
- Drink veel water
Tip: wil je minder eten, gebruik dan eens een kleiner bord en gebruik een kleiner bestek. Op die manier pas je ongemerkt je porties aan. Eet verder rustig en kauw voldoende. Dan voel je je eerder vol.
Blijf bewegen!
Om de spierafbraak tijdens de overgang tegen te gaan, zal je ervoor moeten zorgen dat je zelf meer spiermassa ontwikkelt ten koste van het vetweefsel. En dat kan maar op één manier: bewegen. Voor de meeste mensen is wandelen een goede vorm van lichaamsbeweging. Wandelen kan bijna overal en altijd. Daarnaast helpt het tegen botontkalking (het dunner en brozer worden van de botten).